315 research outputs found

    Wat onhoudt een consument van een tv-commercial? Een kijkje in het brein met neuro-imaging technieken

    Get PDF
    Met een nieuwe neuro-imaging techniek om de activiteit in de hersenen te meten, de zogenaamde steady-state probe topography (SSPT), kan opgespoord worden welke scènes uit een tv-commercial door consumenten goed herinnerd worden. Uit een experiment blijkt dat scènes die langer dan 1,5 seconde duren en scènes die een snelle activatie in de linkerhersenhelft veroorzaken, een week later beter herkend worden. Door het toepassen van SSPT kunnen commercials gepretest worden om de herkenning en herinnering zo hoog mogelijk te maken

    De kwaliteit van SERVQUAL: een toepassing bij zeven dienstverlenende organisaties

    Get PDF
    Het SERVQUAL-model met bijbehorende standaardvragenhijst is een hulpmiddel bij de diagnose van kwaliteitsproblemen in dienstverlening. De methode mag zich in een groeiende belangstelling verheugen bij dienstverleners in de praktijk. In dit artikel worden de resultaten vergeleken van een toepassing van de methode bij een zevental dienstverlenende organisaties. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de betrouwbaarheid en validiteit van de methode en in de praktische bruikbaarheid. Daarnaast wordt met deze vergelijking een referentiekader geboden voor de grootte van de versehillende gaps in het model. Op deze wijze kan een organisatie haar eigen resultaten met de methode afzetten tegen onze resultaten bij de zeven organisaties. Uit de bevindingen blijkt dat het model op veel punten een betrouwbaar en valide beeld geeft van de externe kwaliteitstekorten en de inteme oorzaken daarvoor. Verbeteringen in de methode kunnen met name aangebracht worden bij: de meting van de verwachtingen (biedt te weinig extra informatie), de meting van de inteme organisatiegaps (weinig bruikbaar want erg globaal) en de meting van de antecedente factoren voor de inteme gaps (te onbetrouwbaar). Concrete aanbevelingen worden gedaan om de waarde van de methode te verhogen

    The Shape of Utility Functions and Organizational Behavior

    Get PDF
    Based on measurements with 332 owner-managers, the global shape of the utility function (i.e., S-shaped versus concave or convex over the total range of outcomes) appears to discriminate organizational behavior. Whereas the degree of risk aversion, based on the local shape of the utility function, may be important in explaining owner-manager's trading behavior, the global shape of the utility function appears to drive more structural organizational behavior

    Wat onthoudt een consument van een tv-commercial? Een kijkje in het brein met neuro-imaging technieken

    Get PDF
    Met een nieuwe neuro-imaging techniek om de activiteit in de hersenen te meten, de zogenaamde steady-state probe topography (SSPT), kan opgespoord worden welke scènes uit een tv-commercial door consumenten goed herinnerd worden. Uit een experiment blijkt dat scènes die langer dan 1,5 seconde duren en scènes die een snelle activatie in de linkerhersenhelft veroorzaken, een week later beter herkend worden. Door het toepassen van SSPT kunnen commercials gepretest worden om de herkenning en herinnering zo hoog mogelijk te maken

    Paving the way in neuroeconomics

    Get PDF
    __Abstract__ Why the Erasmus Centre for Neuroeconomics is making a name for itself in research that applies brain-scanning technology to economics and marketing issues

    Kijken in het brein: Over de mogelijkheden van neuromarketing

    Get PDF
    Met moderne beeldvormende technieken, de neuro-imaging-technieken, kan ge-meten worden waar en wanneer hersenactiviteit plaats vindt bij de uitvoering van een bepaalde taak. Zodoende kan de reactie van de hersenen gemeten worden op marketing stimuli zoals een reclamefilmpje of een verpakking, of als een klant moet kiezen tussen merken. In deze rede wordt een visie gegeven op de mogelijk-heden van onderzoek met behulp van hersenscans in marketing. De sterkten en zwakten van de vier belangrijkste neuro-imaging-technieken worden besproken (EEG, MEG, PET en fMRI), en de geschiktheid van deze technieken voor toepas-sing in marktonderzoek wordt bepaald. In een tweetal voorbeelden van consumen-tenonderzoek (reclameherinnering en merkkeuzeprocessen) worden de toepas-singsmogelijkheden ge??llustreerd. Er wordt geconcludeerd dat neuro-imaging unieke mogelijkheden opent voor marktonderzoek, maar dat nog veel fundamen-teel onderzoek nodig is voordat deze technieken ingezet kunnen worden in de praktijk. Het doel van neuromarketing is het beter begrijpen van de klant en haar reactie op marketing stimuli, door de processen in de hersenen direct te meten en in de theorievorming en stimuli-ontwikkeling te betrekken. Alhoewel de grootste nadruk ligt op het beter begrijpen van de klant door middel van theorievorming, moet het uiteindelijk ook de manager helpen bij het ontwerpen van effectievere marketing stimuli.Modern neuroimaging techniques enable one to measure where and when brain activity takes place when executing a task. With these techniques, one can assess in a continuous, objective and accurate manner, the brain response of customers to marketing stimuli such as TV-commercials and assortments, or when choosing between brands. In this inaugural address, a perspective is given on the potential of measuring brain responses in marketing research. The strengths and weaknesses of four neuroimaging techniques are given (i.e., EEG, MEG, PET and fMRI) and the suitability of each technique for marketing research is discussed. In two consumer research examples (advertising recall and brand choice processes), the value of measuring brain activity is illustrated. It is concluded that neuroimaging opens unique opportunities for marketing research. However, much basic research is still required before these techniques can be applied in practice. The ultimate goal of neuromarketing is to improve our understanding of customer???s reactions to mar-keting stimuli by directly measuring the customer???s brain activity, and by incorpo-rating this brain response in the development of more effective marketing stimuli.Rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Methodologie van Research in Marketing aan de Faculteit der Bedrijfskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam op vrijdag 25 oktober 200

    Spoort de OV-studentenkaart met de wensen in de markt?

    Get PDF
    Hoeveel en welke studenten zijn voorstander respectievelijk tegenstander van de OV-studentenkaart en waarom? Dit waren enkele van de vragen die, voorafgaand aan de invoering van de verplichte OV-kaart (januari 1991), zijn onderzocht in voorjaar 1989 bij een steekproef van 931 studerenden aan het MBO, HBO en WO. Als theoretisch kader bij de analyse van deze vragen is gebruik gemaakt van het onderscheid dat Abell maakt in klantengroepen, klantenfuncties en alternatieve techno1ogieën en van het Fishbein en Ajzen attitudemodel. Het bleek destijds dat de helft van de studerenden de kaart een onaantrekkelijk nieuw produkt vond. Deze tegenstanders haddeneen reis- en vervoersgedrag waardoor zij zeer weinig openbaar vervoerskosten maakten. Dit kwam ofwel omdat men weinig reisde (men woont dicht bij ouders en studieplek), ofwel omdat men wel veel reisde maar dit met eigen vervoer deed (autobezitters en meerijders, motor- of bromfiets). Beide groepen zouden er door de invoering van de kaart, bij ongewijzigd reis- en vervoersgedrag, financieel op achteruit gaan vanwege de korting op de basisbeurs. Compensatie van de financië1e achteruitgang door bet substitueren van eigen vervoer door openbaarvervoer werd problematisch geacht omdat men de bereikbaarheid van de reisdoelen met openbaar vervoer als slecht beoordeelde. Vergeleken met de tegenstanders reisden de voorstanders reeds veel met openbaar vervoer zodat zij financieel (vrijwel) quitte zouden spelen of er op vooruit zouden gaan. Uit de intenties tot verandering in reisgedrag bleek dat er vooral een toename van het reisgedrag met het openbaar vervoer te verwachten was in de daluren (bezoeken aan familie, vrienden, recreatiedoelene.d.) en niet in de spits. Als belangrijkste conclusie van de resultaten kan genoemd worden dat wanneer een niet-verplichte OV-kaart geïntroduceerd zou zijn tegen een hogere prijs dan de huidige korting op de basisbeurs, dit beter zou hebben gespoord met de wensen in de markt dan de huidige verplichte OV-kaart
    corecore